Waarderen

Met het menu-item Waarderen kun je een nieuwe functie-indeling maken in FWG 3.0. Hier vul je de functie-informatie in en vervolgens deel je de functie in door deze te waarderen op de negen gezichtspunten. Daarna vergelijk je de waardering met de geselecteerde ijkfuncties en de kaderteksten, bepaal je de functie-indeling en voer je een motivatie in.

Functiebeschrijving 
Indelen en waarderen met FWG 3.0 

  1.    Normteksten kiezen
  2.    Vergelijken en motiveren
  3.    Ijkfuncties toevoegen
  4.    Functiegroep bepalen
  5.    Opties opslaan knop

> Uitleg knoppen bij waarderen:

  1.    Overzicht ijkfuncties
  2.    Functie-indeling delen met een medewerker
  3.    Printen
  4.    Aantekeningen
  • De functiebeschrijving als basis

Voorwaarde om de zwaarte van een functie te kunnen bepalen met FWG 3.0 is dat de functie beschreven is conform kwaliteitseisen die in de cao zijn aangegeven. Meer informatie hierover vind je op www.fwg.nl/functiebeschrijvingen en op een speciale pagina met informatie over het beschrijven van functies en voorbeelden uit de praktijk.

  • Hoe deel ik een functie in met FWG 3.0?

 


Ga via de homepage of het hamburgermenu naar de module Waarderen.

  • Op het eerste tabblad FUNCTIE voer je alle algemene functie-gegevens in. Achter de verplichte velden zie je een rood sterretje staan. Wij adviseren om de functie-indeling tussentijds op te slaan met de knop ‘Opslaan’. Je kunt onderin het beeld op de blauwe knop klikken om naar het volgende tabblad te navigeren of bovenin op de tabbladen klikken om heen en weer te navigeren.
     
  • Afhankelijk van je keuze om gebruik te maken van vrije velden (zie: Beheer - proces inrichten), zie je als volgende stap VRIJE VELDEN. Selecteer hier de zelf aangemaakte opties waar je de functie-indeling aan wilt koppelen.
     
  • In de stap WAARDEREN, bepaal je aan de hand van de in de functiebeschrijving beschreven functie-eisen de zwaarte per gezichtspunt. De verschillende niveaus van de zwaarte van het betreffende gezichtspunt zijn weergegeven in zogeheten ‘normteksten’; abstracte omschrijvingen van de niveaus, voorzien van een aantal voorbeelden van werkzaamheden die passen bij het niveau die bedoeld zijn om de interpretatie van de normtekst te vergemakkelijken. De zwaarte van een normtekst wordt oplopend aangeduid met een letter, van A tot en met maximaal J. Niet alle normtekstniveaus zijn beschreven in FWG. Zo komen normtekstniveaus X en A niet voor bij het gezichtspunt Kennis. Je vergelijkt de normteksten met elkaar en maakt per gezichtspunt een keuze voor normtekst X, of A tot en met J.

    Functioneel werken de vensters bij de stap WAARDEREN als een harmonica. Klik op de verkorte normtekst om de normteksten in beeld te krijgen en op een specifieke letter om je letterkeuze op te geven. Klik op het vraagteken achter het gezichtspunt om de toelichting van het gezichtspunt in beeld te krijgen. De ijkfuncties bij de normtekstvoorbeelden onderin de normteksten zijn aanklikbaar zodat je de ijkfunctie kunt openen in een nieuw venster rechts in beeld en de inhoud van de ijkfunctie kunt vergelijken met de inhoud van de in te delen functie.

Tip bij twijfel tussen twee niveaus:
Bij het ontwikkelen van de normteksten is er zoveel mogelijk naar gestreefd om de bovengrens van de niveaus te omschrijven. Twijfel je tussen twee functie-eisenniveaus, bijvoorbeeld niveau C of D bij Kennis en ben je van mening dat bij de in te delen functie zwaardere eisen gelden dan bij niveau C, maar lichtere eisen dan bij D, kies dan voor D.

  • OVERIGE FUNCTIE-EISEN EN INCONVENIËNTEN

Bij de gezichtspunten Overige functie-eisen en Inconveniënten verloopt het kiezen van een normtekst iets anders: deze twee gezichtspunten zijn opgebouwd uit een aantal subonderdelen die onderling geen vaste relatie hebben. Voor deze subonderdelen moet ook per stuk de zwaarte worden bepaald. De applicatie geeft, na het invullen van de onderdelen, op basis hiervan aan welk normtekstniveau voor de twee gezichtspunten aan de orde is. Aan de hand van de voorbeelden bij deze normteksten bepaal je of je meegaat met dit advies of dat je hiervan afwijkt.

Nadat je voor alle gezichtspunten de meest passende normtekst hebt geselecteerd, is het functie-eisenpatroon ontstaan; negen letters die elk de zwaarte van de verschillende functie-eisen vertegenwoordigen voor de functie. Hiermee is het waarderen van de functie afgerond.

Tip: FWG-begrippen
In de applicatie worden termen gebruikt (FWG-begrippen) die ten behoeve van het waarderen van functies consistent worden gehanteerd. Neem kennis van de betekenis ervan, zodat je ze tijdens het indelen op de juiste manier interpreteert. Je vindt rechtsboven in het hamburgermenu alle FWG-begrippen. Tevens staan bij alle ijkfuncties en kaderteksten gekoppelde begrippen waarop je kan klikken. Je kunt deze herkennen aan de groene stippellijn onder het betreffende begrip.

  • Als laatste stap ga je naar VERGELIJKEN & MOTIVEREN. In deze stap vergelijk je als eerst de functie-indeling met ijkfuncties en kadertesten uit de applicatie.

    FWG doet doorlopend onderzoek naar ontwikkelingen in functies in de zorg. De resultaten van dit onderzoek zijn terug te vinden in de applicatie in de vorm van ijkfuncties en kaderteksten. Een ijkfunctie is een functie die door FWG-deskundigen is ingedeeld met behulp van de FWG-methodiek, de onderlegger van FWG 3.0. Een kernfunctie is een verzamelnaam voor sterk op elkaar lijkende functies naar doelstelling en inhoud. Voor elke kernfunctie is een kadertekst-reeks opgesteld: deze beschrijft de verschillende aangetroffen niveaus (functiegroepen) van een kernfunctie op hoofdlijnen en geeft inzicht in de verhoudingen binnen deze kernfunctie.

    Na het afronden van de processtap WAARDEREN maakt FWG 3.0 een selectie van ijkfuncties in de applicatie die qua functie-eisen vergelijkbaar zijn met de in te delen functie. De applicatie maakt de vergelijking dus op basis van het functie-eisen-patroon, niet op functie-inhoud.

    Je benut de ijkfuncties om de functie-eisen en functiegroep van de in te delen functie mee te vergelijken, te ijken. Eerst controleer je of het ingevoerde functie-eisenpatroon goed is. Door het kritisch lezen van de door de applicatie geselecteerde ijkfuncties kun je de afzonderlijke functie-eisen vergelijken met die van de in te delen functie. Eventueel kun je terug gaan naar WAARDEREN om het functie-eisenpatroon te corrigeren. Dit laatste leidt vaak tot veranderingen in de selectie van ijkfuncties door de applicatie in de stap VERGELIJKEN & MOTIVEREN.

    Functioneel heb je in het overzicht van de selectie van 'Referentie ijkfuncties' de mogelijkheid om deze te filteren op bijvoorbeeld één of enkele categori(e)(ën) of branche(s) (zie: Algemene navigatie - overzichten slim gebruiken).

    Handmatig ijkfuncties toevoegen:
    Daarnaast bestaat de mogelijkheid om de selectie uit te breiden door handmatig ijkfuncties toe te voegen. Het toevoegen van niet-geselecteerde ijkfuncties kun je in deze stap gebruiken bij de motivatie voor de indeling. Om een ijkfunctie handmatig toe te voegen klik je op het groene plusje naast de het overzicht van de referentie ijkfuncties. De handmatig toegevoegde ijkfuncties kun je herkennen aan het blauwe plusje voorin de regel en het groene prullenbakje achterin de regel waarmee je de toegevoegde functie weer kunt verwijderen.

    Functiegroep bepalen:
    Daarna kijk je naar de functiegroep, die de totale zwaarte van de functie aangeeft. Er wordt hier een niveau-indicatie gegeven waar je beredeneerd van kunt afwijken. De applicatie heeft in de meeste gevallen ijkfuncties uit twee en soms drie functiegroepen geselecteerd. Door de in te delen functie te vergelijken met de ijkfuncties kun je uiteindelijk een afgewogen keuze voor een functiegroep maken en deze voorzien van een motivatie.

     Mogelijkheden opslaan knop:
    Na het invoeren van de functie heb je bij de laatste stap VERGELIJKEN & MOTIVEREN een aantal mogelijkheden. Bij een nieuwe indeling staat hier standaard ‘Bewaren als ontwerp’, rechts hiervan staat een klein pijltje die de andere opties toont onder deze knop. Afhankelijk van hoe jullie het proces hebben ingeregeld, kun je de indeling vanaf hier;' Aanbieden ter toetsing', 'Bewaren als ontwerp', 'Archiveren' of 'Sluiten' en het scherm verlaten. In dat laatste geval blijft de functie als ontwerp staan in het overzicht bij Mijn indelingen. Open je de indeling vanuit een andere status dan ontwerp, dan veranderen de opties onder dit pijltje afhankelijk van waar de indeling zich in het proces bevindt.

     
  • Hoe werken de knoppen in de groene balk achter Waarderen?

    Achterin de groene balk zie je een aantal knoppen staan, waar je tijdens het waarderen gebruik van kunt maken.

    • Toon ijkfuncties: de eerste knop - de weegschaal - toont alle ijkfuncties in een overzicht, standaard gesorteerd op functiegroep. Je kunt zelf een andere sortering en/of filter aanbrengen (zie ook Algemene navigatie - overzichten slim gebruiken).

    • Functie-indeling delen: als je de functie-indeling hebt ingevuld en opgeslagen ziet je een knop met een pijltje verschijnen. Deze knop geeft je de mogelijkheid om de indeling middels een URL te delen met een (groep) medewerker(s). De medewerker ziet welke waardering per gezichtspunt zijn toegekend en welke functie-indeling is gemaakt en kan de applicatie raadplegen met dezelfde toegangsrechten die gelden bij Inzage - optie 3: functie-indelen delen. De medewerker heeft dus geen toegang tot alle organisatie-indelingen.

    • Printen: na het opslaan van de functie-indeling wordt de printknop zichtbaar, hiermee kun je het indelingsoverzicht afdrukken en aangeven welke onderdelen je af wilt drukken. In het scherm rechts zie je het afdrukvoorbeeld.

    • Aantekeningen: ook zie je een tekstballonnetje, hier kun je aantekeningen maken bij een functie-indeling. Wanneer je een aantekening opslaat wordt deze in het vak historie getoond onder vermelding van jouw naam en de datum. De aantekeningen worden niet afgedrukt op de print maar zijn wel inzichtelijk bij de functie voor u en (als jullie hiervoor hebben gekozen in jullie proces) de toetser. Je kunt je opgeslagen aantekeningen niet wijzigen maar nog wel verwijderen bij de historie door op het prullenbakje achter de aantekening te klikken.

    • Als laatste zie je het kruisje, hiermee sluit je het indelingsscherm af. Sla je werk op voordat je de functie-indeling afsluit om de gemaakte wijzigingen te behouden.