Indelen

Met de module Indelen kun je een functie-indeling maken met FWG volgende de methode van beredeneerd vergelijken. Het indelen van deze functies gebeurt aan de hand van de in matrices weergegeven niveau-onderscheidende elementen. Deze bestaan uit een opsomming van activiteiten en verantwoordelijkheden zoals weergegeven in de kaderteksten, aangevuld met een voor de indeling relevante uitwerking van het kennisniveau, de vaardigheden en de inconveniënten uitgewerkt per kadertekstniveau. De kolommen binnen de matrices geven de bandbreedte van het betreffende kadertekstniveau aan. Dit om de grenzen van de niveaus aan te geven en tot een valide indeling te komen

Functie-indeling maken met FWG
> Tips bij het indelen
> Zoeken naar verschillen in functieniveaus
> Ijkfuncties raadplegen
Overzicht functies
> (Resultaatgerichte) voorbeeldfuncties
> Functie-indeling motiveren en opslaan
> FWG begrippen
> Tips voor kopiëren, printen en favorieten opslaan

  • Hoe deel ik een functie in met FWG?
    • Analyseer de functiebeschrijving:
      Om een goed beeld te vormen van de functie die je gaat indelen, lees je de functiebeschrijving. Deze moet voldoen aan de kwaliteitseisen in de cao. Een van deze eisen is dat de functie-eisen vanuit negen gezichtspunten zijn beschreven. Dit geeft je nadere informatie over het kennisniveau, de vaardigheden en de inconveniënten. De omschrijving van de activiteiten in de functiebeschrijving zijn behulpzaam bij het bepalen van het juiste functieniveau.
    • Kies een relevante kernfunctie:
      Om te starten met de functie-indeling, vul je in het zoekveld (een deel van) de betreffende functienaam, een kernactiviteit, doelgroep of specialisme in. In het veld onder de zoekterm kunt je je eigen branche selecteren of andere/meerdere branches selecteren. Op die manier kun je ook zoeken naar een functie die in jouw branche wellicht minder vaak voorkomt. De applicatie toont bij de zoekterm passende kernfuncties onder de zoekresultaten. Door op één van de kernfuncties te klikken, komt rechts onder het eerste tabblad de bijbehorende kadertekst in beeld. Onder de titelnaam van de kernfunctie worden kernfuncties aangegeven die qua inhoud aangrenzend zijn. Bij de Verzorgende thuiszorg vind je hier bijvoorbeeld een link naar de Verzorgende verpleeg- en verzorgingshuis, de Verpleegkundige thuiszorg en de Medewerker zorg. Deze zijn aanklikbaar.
    • Vergelijk de in te delen functie met:
      • Kaderteksten
      • Matrices met niveau-onderscheidende elementen 
        Door meerdere kernfuncties en bijbehorende kadertekst te lezen, kun je een keuze maken voor de meest relevante kernfunctie. Met name de kern van de functie is hiervoor een goed aanknopingspunt. Wil je kaderteksten met elkaar vergelijken? Klik dan op het sterretje rechtsboven. De betreffende kadertekst komt in een verkleint menu rechts van het sterretje te staan en is aanklikbaar. Doe dit ook voor de kadertekst(en) waarmee je wilt vergelijken. Je kunt ze zo op een eenvoudige manier opnieuw oproepen. In de kadertekst vind je ook namen van referentiefuncties. Dat zijn functies die voor kunnen komen binnen deze kernfunctie. Ook dit kan een hulpmiddel zijn om vast te stellen of je de juiste kernfunctie heeft gekozen.

    • Analyseer de niveauverschillen:
      Zoek en analyseer de niveauverschillen: hoe doe ik dat?

    • Bepaal het betreffende functieniveau
    • Toets de keuze aan gerelateerde ijkfunctie(s):
      Om je keuze te toetsen kun je ijkfuncties raadplegen:
      hoe doe ik dat?
    • Motiveer uw keuze in het indelingsvoorstel:
      Sla je functie-indeling op in de applicatie:
      hoe doe ik dat?

  Tips bij het indelen:

  • Gebruik de functienaam uit de beschrijving of een deel ervan. Levert dit geen resultaat op? Zoek dan op benamingen van soortgelijke functies. Je kunt ook zoeken op in de functiebeschrijving voorkomende termen als ‘hospice’, ‘cliëntgegevens’, ‘intramusculair’ of ‘thuis’. Meerdere woorden op geven als zoekterm kan ook. De applicatie zoekt naar kernfuncties waar één of meer van de opgegeven woorden in voorkomen. Wil je een overzicht van alle beschikbare kernfuncties, type dan een spatie in het zoekveld en klik op ‘zoeken’. Alle kernfuncties komen in alfabetische volgorde in beeld. Door in het venster met zoekveld op de pijl te klikken wordt dit venster gesloten. Het venster met de kaderteksten of de niveau-onderscheidende elementen wordt vergroot, waardoor je meer informatie in beeld krijgt.

  • Hoe zoek ik naar verschillen in functieniveaus?
    Nu je een kernfunctie hebt gekozen, kun je je verder verdiepen in de verschillende niveaus (functiegroepen) waarop de functie voorkomt.
    • Op het eerste tabblad ‘Kadertekst’ heb je deze al zien staan. In eerst instantie vergelijk je de inhoud van de in te delen functiebeschrijving met de weergegeven kaderteksten en bepaal je welk kadertekstniveau het beste aansluit bij de in te delen functie.
    • Op het tweede tabblad ‘Niveau-onderscheidende elementen’ staan dezelfde niveaus in een matrix weergegeven, uitgesplitst naar de verschillende onderdelen van de functie-inhoud. Hierdoor zie je snel waar de belangrijkste verschillen tussen functieniveaus zitten. Lees de informatie per niveau van links naar rechts. Als er ‘Idem’ staat, betekent dit dat hetzelfde element van toepassing is als weergegeven op het lagere niveau. Als er in een matrix-cel niets staat, dan is het niveau-onderscheidende element niet aangetroffen op dat niveau. Elementen weergegeven tussen [haakjes] kunnen op dit functieniveau voorkomen maar zijn niet niveau-onderscheidend. In de onderste drie rijen van de matrix staan niveau-onderscheidende elementen weergegeven die niet in de kadertekst stonden. Deze geven nadere informatie over vereiste kennis, vaardigheden en veel voorkomende inconveniënten. Deze informatie gebruik je eveneens om door beredeneerd vergelijken het niveau van de functie te bepalen.
       
  • Hoe kan ik de ijkfuncties raadplegen?
    Om jouw keuze voor een functiegroep te toetsen, kun je gebruik maken van ijkfuncties. IJkfuncties geven een gedetailleerd beeld van functies uit jouw branche en de bijbehorende functie-eisen. Onder het derde tabblad vind je de ijkfuncties die behoren tot de geselecteerde kernfunctie. Daarnaast zie je in het bovenste overzicht ook de gerelateerde kernfuncties met bijbehorende ijkfuncties staan. Klik op een ijkfunctie om de inhoud in activiteiten, verantwoordelijkheden en de hiervoor benodigde functie-eisen te lezen en te vergelijken met de in te delen functie. Merk op dat het venster met de beschrijving van de ijkfunctie groter wordt als je hier met je muis op gaat staan.

    IJkfuncties kun je tevens oproepen door in het zoekvenster bovenin op de knop ‘Overzicht functies’ te klikken. Hier vind je een overzicht van alle ijkfuncties in de applicatie. Je kunt hier een selectie in aanbrengen door te filteren op een specifieke functiegroep of kernfunctie. Door te klikken op een ijkfunctie komt de gehele beschrijving in beeld. De ijkfuncties zijn voorzien van een gevalideerde functie-indeling en kun je gebruiken om de keuze voor een indelingsniveau te onderbouwen.

     
  • Hoe werkt het 'Overzicht functies'?
    Door in het zoekvenster bovenin op de knop ‘Overzicht functies’ te klikken krijg je een overzicht van alle ijkfuncties en (resultaatgerichte) voorbeeldfuncties in de applicatie. Je kunt hier een selectie in aanbrengen door te filteren of te sorteren op een specifieke functiegroep of kernfunctie (zie overzicht handig filteren). Door te klikken op een ijkfunctie komt de gehele beschrijving in beeld. De ijkfuncties zijn voorzien van een gevalideerde functie-indeling en kun je gebruiken om de keuze voor een indelingsniveau te toetsen en te onderbouwen.
     
  • Wat zijn de (resultaatgerichte) voorbeeldfuncties'?
    In FWG zijn (resultaatgerichte) voorbeeldbeschrijvingen opgenomen. Deze beschrijvingen zijn in samenwerking met de branche organisatie opgesteld en onderschrijven de wens om beter aan te sluiten bij de ontwikkelingen in de branche, het stimuleren van resultaatgericht werken en het zichtbaar maken van de toegevoegde waarde en het vakmanschap van de professional. Je kunt deze voorbeeldbeschrijvingen vinden onder de knop ‘Overzicht functies’. Via filters kun je een selectie maken. De (resultaatgerichte) voorbeeldbeschrijvingen kun je gebruiken als input voor het beschrijven van functies maar gelden niet als gevalideerd indelingsmateriaal, hiervoor maak je gebruik van de kaderteksten, de matrices met niveau-onderscheidende elementen en de ijkfuncties.
     
  • Hoe kan ik mijn functie-indeling opslaan in de applicatie?
    Op basis van informatie uit kaderteksten en de niveau-onderscheidende elementen kun je de functie beredeneerd indelen en kun je de functie-indeling motiveren. De ijkfuncties kun je gebruiken om de keuze voor een indelingsniveau te onderbouwen. Onder het ‘hamburgermenu’ rechtsboven kun je kiezen voor ‘Indeling motiveren’. Hiermee opent een venster waarin je je indelingskeuze en de motivatie voor de indeling kunt noteren en waarin je de functiebeschrijving kunt uploaden.
    Daarnaast kunt u bij het indelen rechtsboven op het groene opslaan symbooltje klikken om de indeling te motiveren en op te slaan, ditzelfde opslaan symbooltje staat ook op het tabblad ‘Niveau-onderscheidende elementen’ achter de functiegroep titel. De kernfunctie en de betreffende functiegroep waarachter u op het opslaan symbooltje klikt worden dan al voor u ingevuld.

Tip: bij het invullen van uw motivatie kunt u het voorbeeld template volgen, maar u kunt ook uw eigen invulling en opmaak gebruiken. Dubbelklik met uw muis op een woord of zin om de tekstopmaak opties in beeld te krijgen. 

  • Waar kan ik de FWG begrippen vinden?
    Naast de begrippen die je kunt benaderen via het ‘hamburgermenu’ rechtsboven, worden de begrippen nu ook op een andere wijze weergegeven in de applicatie. Begrippen worden vanaf 1 oktober 2017 ook gekoppeld aan de ‘Kaderteksten’ en de ‘Niveau-onderscheidende elementen’. Je kunt een begrip in een Kadertekst of bij de Niveau-onderscheidende elementen herkennen aan de groene stippellijn eronder. Klik hierop om de toelichting op het betreffende begrip te lezen, de toelichting opent in een venster rechts.

Tips voor kopiëren, printen en favorieten opslaan:

> Kopiëren/plakken: de matrix is te kopiëren met de ronde kopieerknop linksboven in de tabel (plakken met Ctrl-V in bijvoorbeeld Excel of Word)
> Printen: daarnaast heb je op diverse plekken een printmogelijkheid, IJkfuncties + Resultaatgerichte voorbeeldfuncties: ga naar ‘Overzicht functies’ de ijkfunctie of Resultaatgerichte voorbeeldfunctie die je hier hebt geselecteerd kun je printen met behulp van de printknop rechtsboven in beeld. Kadertekst + matrix: ga naar ‘Indelen’ hier vind je bovenin in beeld de printknop. 
> Favorieten: Naast de printknop zie je een sterretje waarmee je favorieten kunt toevoegen of verwijderen als je met elkaar wilt vergelijken. Als je op het sterretje klikt komt de geselecteerde kadertekst in een verkleint menu rechts van het sterretje te staan en is aanklikbaar. Doe dit ook voor de kadertekst(en) waarmee je wilt vergelijken, alle kaderteksten worden opgeslagen onder het menuutje. Je kunt ze zo op een eenvoudige manier opnieuw oproepen.